Tweede Wereldoorlog: vliegtuigen storten neer bij Oostelbeers

Reportage uit het Jeugdjournaal van 4 mei 2007, waarin kinderen herdenken hoe Britse piloten neerstortten in Oostelbeers na beschoten te zijn door Duits afweergeschut.

Scouting Don Garcia Moreno (1949-heden)

De scouting van Oost-, West- en Middelbeers werd op 1 april 1949 officieel ingeschreven bij Scouting Nederland. Daarvoor was er al een jongerengroep actief. De Beerse scouting is gehuisvest in de blokhut aan de Konijnenberg, nabij het Wit-Holland in Middelbeers. De blokhut werd in 1979 voltooid en kreeg een grondige verbouwing in 2004.

De scoutinggroep is opgericht met behulp van Pastoor Terhorst die een grote bewondering had voor een van de presidenten van Ecuador: Don Garcia Moreno, die in 1875 werd vermoord nadat hij de mis had bijgewoond in de kathedraal van de hoofdstad Quito. Hij stond bekend als een redelijk conservatief persoon die nogal fanatiek was in katholieke leer. Daarom is hij ook een tijdje populair geweest in katholieke kringen.

Het idee van de scouting gaat terug tot 1907. Grondlegger van de scouting is de Brit Robert Baden Powell. Deze kolonel zocht naar een manier om soldaten van het Britse leger beter voor te bereiden op hun taak in de Britse koloniën. Hij schreef daarvoor een handboek dat erg bleek aan te slaan bij verschillende jeugdclubs, die zijn handleiding gebruikten bij hun spel in de natuur. Powell besloot speciaal voor deze doelgroep - de jeugd van 12 tot 18 jaar - een nieuw boek te schrijven. De verkenners en gidsen (jongens en meisjes van 11 tot 14) en rowans en sherpa's (jongens en meisjes van 14 tot 18) werken nog steeds met de ideeën die in deze handleiding beschreven worden. Voor kinderen van 7 tot 11 werd de handleiding bewerkt aan de hand van het 'Jungleboek' van de Britse schrijver Rudyard Kipling. De jongste scoutinggroep heet 'bevers' (5 tot 7 jaar).

De kleding speelt een belangrijke rol bij de scouting. Het uniform is niet internationaal vastgesteld. Elke leeftijdsgroep heeft een eigen kleur bloes. Zo dragen de welpen en kabouters een groene bloes en de verkenners en gidsen een khaki bloes. Iedereen draagt dezelfde sjaal met het embleem van de scouting Oost-, West- en Middelbeers. Zo zijn ze herkenbaar voor andere scoutinggroepen. En dan zijn er de vele insignes, zoals die van de 'installatie'.

Het scoutingleven is bijzonder actief. Elke doordeweekse avond is er wel een groep actief. Een keer per jaar is er een kampweek. De groep gaat dan naar een andere accommodatie, meestal van een andere scoutinggroep. Hoe ouder de kinderen, hoe moeilijker de spellen en opdrachten. De jongste kinderen slapen bij meerdaagse activiteiten nog in de blokhut, maar verkenners en gidsen slapen al in tentjes. Er worden spellen gespeeld rond een thema, zoals 'overleven in de natuur' of 'ridders'. Elk jaar is er een jaaropening met playback en optredens. Dan is het groot feest met snoep, chips en limonade. Elke dag is een scoutinglid verantwoordelijk voor het beschrijven van de dag in het logboek.

Ontstaan van de Beerzen (1334)

In 1334 kregen de inwoners van Oost- en Middelbeers van hertog Jan III de Beerse gemeijnt tegen betaling in gebruik. Dit was het gebied tussen Oerle, Oirschot, Oisterwijk en Hilvarenbeek. Afgezien van enkele grenscorrecties en de toevoeging van Westelbeers in 1803 zijn de grenzen zoals ze toen aangegeven werden steeds intact gebleven. In 1997 zijn de oude gemeenten Oirschot en Oost-, West- en Middelbeers samengevoegd tot de nieuwe gemeente Oirschot.

Volgens de historicus Schutjes is de naam van de kernen misschien afkomstig van het oud-Duitse woord "brisen", in Brabant bekend als "brizen", wat heen en weer lopen betekent. Dit zou een verwijzing zijn naar de kronkelende loop van de twee riviertjes de Grote en de Kleine Beerze.

Bronnen: Wikipedia, artikel Pierre van Beek

Westelbeers Kapelletje (1637)

In Westelbeers staat een kapelletje uit 1637 dat destijds gebouwd is om te bidden tegen de pest.

Truus Smulders-Beliën (1902-1966)

Truus Smulders-Beliën begon haar loopbaan voor de klas. Ze was de eerste vrouwelijke burgemeester van Nederland. Deze functie aanvaardde ze in 1946. Ze volgde haar man Jan op die sinds 1927 burgemeester van het dorp was. In 1944 weigerde hij om aan de Duitse bezetter mannen aan te wijzen die als dwangarbeider in Zeeland verdedigingswerken moesten gaan graven. Op 20 april 1945 werd hij op transport vanuit kamp Flossenburg naar Dachau onderweg doodgeschoten. Mevrouw Smulders-Beliën bleef met vier kleine kinderen achter. Mevrouw Smulders-Beliën wilde door het burgemeesterschap te aanvaarden, een van haar zoons de mogelijkheid geven om zijn vader op te volgen, zodra hij volwassen zou zijn. Dat is niet gelukt.

Gedurende haar burgemeesterschap kregen de Beerzen waterleiding, elektra, riool en zo'n vijftig kilometer verharde weg. Er kwamen twee kleuterscholen en een lagere school en er werden bijna honderd huurwoningen gebouwd. Verder stond ze aan de wieg van onder andere de vrijwillige brandweer en het blad 'Huis-aan-Huis', dat begon als een gestencild A4'tje waarin ze haar dorpelingen toesprak, soms opvoedend (ze was van huis uit immers onderwijzeres), dan weer dankbaar voor alle steun die ze van de Beerzenaren kreeg in moeilijke tijden. In 1949 ontving ze de koningin. Haar verdiensten voor de Beerzen waren in 1958 - ze was toen twaalf en een half jaar burgemeester - aanleiding voor een benoeming door de koningin tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. De dorpelingen zelf bedankten haar met een bijzonder cadeau: de allereerste DAF personenwagen.

In 1966 overleed Smulders-Beliën in het Groot Ziekengasthuis in Den Bosch.
De Oirschotse kunstenares Ria Franc heeft - ter gelegenheid van haar 100e geboortedag - een bronzen standbeeld gemaakt van Smulders-Beliën (foto: Erno Mijland). Dit beeld staat sinds 2002 op het Mevrouw Smulders-Beliën-plein in Middelbeers.

(Met dank aan Jan van Vroenhoven)

Bronnen:
- Biografie van Truus Smulders-Beliën op Thuis in Brabant

Overzicht

Harrie van Hoof (1954)

Hij wordt wel de nachtburgemeester van Middelbeers genoemd: Harrie van Hoof. Als organisator en muzikant levert hij al jaren een belangrijke bijdrage aan het culturele en maatschappelijke leven in Middelbeers. Het is voor een belangrijk deel de verdienste van Van Hoof dat Middelbeers in de regio herkenbaar is geworden met een ‘eigen smoel’ op cultureel gebied.

Zo draagt Van Hoof al een kwart eeuw op allerlei manieren bij aan het jaarlijkse Splinterfestival: als bestuurslid (tot 1992), als programmeur, ‘troubleshooter’, promotor enzovoort. Het werk van Van Hoof voor dit festival is echter maar het topje van de ijsberg van wat hij in Middelbeers betekent en heeft betekend op het gebied van cultuur en leefbaarheid.

Van Hoof is maatschappelijk en cultureel zeer geëngageerd, wat hij in woord en daad gecombineerd tot uiting heeft gebracht in vele activiteiten. Hij zoekt hiervoor naar praktische kanalen, zonder behoefte aan vaste structuren of ‘juridische’ organisatievormen. Van Hoof ‘netwerkt’ mensen bij elkaar rond een idee of concept en zet het op poten: of het nu gaat om een project met Beerse rockmuzikanten (De Beerse Band, Vrienden van Splinter), een musical met zo’n 150 betrokken muzikanten, toneelspelers, dansers en organisatie (‘Beerse Moulin Rouge’), de activiteiten in het kader van 't Interieur of eigen muzikale projecten.

Vanuit zijn engagement zette hij het dorp aan het denken met creatief gebruik van de media. Hij stond aan de wieg van menig politieke discussie-avond en was drukker en redactielid van het incidenteel verschijnende, politiek geladen, soms satirische blad ‘Den Beerschen Put’. Harrie voelt zich betrokken bij jongeren, getuige zijn activiteiten voor de Buzz, een mobiele opvang voor hangjongeren die enige jaren in Middelbeers rondreed.


Harrie van Hoof, derde van links, op een platenhoes van de Veulpoepers

Als muzikant was hij actief in vele settings, waaronder Hartelijke Groeten, The Buddies en de Andere Band en gelegenheidsorkesten, zoals een project rond de muziek van John Hiatt. Landelijke bekendheid verwierf Harrie met de R.K. Veulpoepers BV die een hit scoorden met het lied over ‘Den Egelantier’. In alle muzikale activiteiten ventileerde Harrie zijn maatschappelijke betrokkenheid en artistieke ambities. Dat artistieke kwam ook terug in zijn bijdragen aan producties van de plaatselijke toneelvereniging Keskenoate. Het maatschappelijke kwam bijvoorbeeld tot uiting in zijn werk voor De Fanfare van de Eeuwigdurende Bijstand, die acties, demonstraties en stakingen passend muzikaal ondersteunde.



Op zaterdag 5 mei 2007, tijdens de receptie vanwege het 25-jarig bestaan van het Splinter-festival, kreeg Van Hoof een Koninklijke Onderscheiding uitgereikt voor zijn verdiensten op cultureel gebied. Klik voor een diapresentatie.